Olie, de economie van het zwarte goud

Olie is met  afstand al ruim een eeuw de energiebron waar de wereldeconomie op draait. Een miljardenindustrie, voor sommige landen de voornaamste bron van inkomsten. Maar voor hoe lang nog – olie is niet hernieuwbaar en de voorraad, hoe immens ook is en blijft eindig. Wie zijn de hoofdrolspelers in de olie-economie? En waarom verschillen de brandstofprijzen zo tussen landen? Deze infographic brengt de belangrijkste feiten over de olie-economie in kaart.

Olie als machtsfactor

Olie is macht. De vele alternatieven ten spijt, is en blijft olie ‘s werelds voornaamste energiebron. Wie de olieproductie controleert garandeert zich van miljardeninkomsten en heeft de sleutel tot de wereldeconomie. Geen wonder dat er oorlogen om olie zijn begonnen. Om in 1940 de Japanse oorlogsinspanning in te dammen, stelde de VS samen met Engeland en de Nederlandse regering in ballingschap een olieboycot in tegen het land. Dit werd door Japan uitgelegd als een ongeoorloofde daad van agressie en vormde één van de redenen om de VS de oorlog te verklaren, met alle desastreuze gevolgen van dien.

Nog steeds is de strijd om aardolie de oorzaak van wapengekletter. Denk bijvoorbeeld aan de golfoorlogen in de jaren negentig. Ruzie om olieproductie was een van de grondredenen van de invasie in Koeweit door Irak. Ook de inval in Irak, zogenaamd vanwege de dreiging van de massavernietigingswapens waar Irak over zou beschikken (nooit gevonden!) ging vooral over olie, zoals vele hoge militaire en politieke personen dat ook later hebben toegegeven. Ook een organisatie als ISIS kan zo lang bestaan vanwege de olie; naar schatting verdienen zij zo’n 50 miljoen dollar per maand aan de verkoop van ruwe olie op de zwarte markt.

Waar komt de ruwe olie vandaan?

De meeste olie wordt geproduceerd door de VS, met vlak daarachter Saoedi-Arabië. De VS exporteren echter vrijwel geen druppel. De export is om strategische redenen al sinds 1920 aan strenge regels gebonden. Sinds de oliecrisis van 1973 was het zelfs gedurende zo’n 40 jaar volledig verboden, zodat de VS niet of minder afhankelijk zouden zijn van het buitenland voor de eigen energievoorziening. Sinds een paar jaar wordt export onder druk van de sector en bij toenemende productie weer mondjesmaat toegestaan maar de oliemaatschappijen maken er nog maar beperkt gebruik van.

De derde superproducent, met een vergelijkbare hoeveelheid als de VS en Saoedi-Arabië is Rusland. Hierna volgt een groep van 14 landen, vooral rond de Perzische Golf, maar ook in Noord- en West-Afrika, Azië en Zuid-Amerika die zich verenigd hebben in de organisatie van olieproducerende landen, de OPEC, waar ook Saoedi-Arabië toe behoort. De laatste uitgezonderd is de productie van deze landen afzonderlijk een stuk lager dan die van de VS, echter doordat zij als groep opereren hebben ze een uitzonderlijke machtspositie en is het de OPEC die de basisprijs van de ruwe olie bepaald. Daarnaast zijn er nog andere grote producenten die niet bij de OPEC zijn aangesloten (o.a. Canada, China en Brazilië). De productie in West-Europa is vrijwel beperkt tot de landen rond de Noordzee (Verenigd

De VS: verslaafd aan het zwarte goud

De VS zijn niet alleen kampioen productie, maar ook kampioen consumptie. De grote economie en de decennialange extreem lage benzineprijzen hebben het land compleet olieverslaafd gemaakt. Ter illustratie: de VS vraag in de VS is ruim hoger dan die van China en de Europese Unie samen terwijl daar toch zes maal zoveel mensen wonen. Vandaar dat het land zo uiterst gevoelig is over alles wat de olieprijs raakt. Een aardige illustratie hiervan is het vierde seizoen van de Netflix serie House of Cards, waarin Kevin Spacey als president Frank Underwood flink in de problemen raakt doordat Rusland na een conflict de export stopzet.

Consumptie wordt dus duidelijk bepaald door twee belangrijke factoren, bevolkingsomvang en mate van industrialisering. Dit blijkt ook wel uit de andere megaconsumenten, zoals het relatief kleine Japan, derde consument na China, dat de olie nodig heeft om de economische productie en export draaiende te houden. Of India, na China de grootste bevolking ter wereld en een snel groeiende economie, met name de energieslurpende IT-sector. Daar tegenover staan geïsoleerde kleine en dunbevolkte eilanden, zoals de Falklands. De 109.500 vaten die zij per jaar gebruiken is nog geen procent van wat de VS er in één dag doorheen jagen.

Olie- en brandstofprijzen

De totstandkoming van de olieprijs en daarmee ook de prijs van brandstof aan de pomp is een zeer ingewikkeld mechanisme. Aan de basis ligt de prijs van de ruwe olie. Die wordt natuurlijk ten eerste bepaald door de vraag, grotendeels afhankelijk van de wereldeconomie. Maar de markt is niet vrij, de OPEC die als een soort van kartel opereert, kan besluiten de productie omlaag te brengen om zo de prijs kunstmatig hoog te houden. Dan zijn er politieke conflicten en oorlogen, handelsboycotten, uitvoerrestricties en dergelijke. Dit alles heeft grote effecten op de prijs van de ruwe olie.

Dit verklaart nog niet de grote verschillen van de prijs van bijvoorbeeld benzine aan de pomp tussen landen. Zo betaalt een Venezolaan maar 0,04 USD per gallon (13,7 L), minder dan een rol toiletpapier, terwijl ze in Noorwegen ruim 200 keer zoveel moeten neertellen. Hier speelt ook een veelvoud aan factoren mee, zoals accijnzen en belastingen (wie kent nog het beruchte kwartje van Kok), transport- en bevoorradingskosten, speculatie, enz. Een kostenstijging van een vat ruwe olie hoeft dus helemaal niet te betekenen dat benzine ineens duurder wordt en vice versa. De conclusie is dat zowel de prijs van ruwe olie als van brandstof maar ten dele  door de wetten van de markteconomie bepaald worden en dat veranderingen dus moeilijk te voorspellen zijn.

Zwart goud of zwarte plaag?

Olie heeft welvaart gebracht maar kent ook een groot aantal duistere kanten. Zoals al eerder aangegeven is olie macht en dus de bron van menig politiek conflict en zelfs oorlogen. Daarnaast is er de milieuschade ontstaan door olierampen. Misschien nog wel erger is de schade op langere termijn. Zoals alle niet duurzame, fossiele brandstoffen, draagt ook de verbranding van olie in niet geringe mate bij aan de toename van CO2 in de atmosfeer en daarmee aan de opwarming van de aarde.

Steeds meer raken we ervan doordrongen dat we veel te afhankelijk zijn geworden van fossiele brandstoffen, met olie voorop. Ook wordt het besef steeds groter dat de voorraad, hoe groot ook, eindig is en dat er dringend alternatieven moeten komen voor onze energievoorziening. Voorlopig is het echter nog lang niet zover dat we het zonder olie kunnen doen.

 

Gebruik de onderstaande HTML code om de infographic over olie te delen op je site.

 

sep 19, 2016